Reizen naar Sleeswijk-Holstein

Booking.com

Sleeswijk-HolsteinWappen Schleswig HolsteinFlagge Schleswig-Holstein

De noordelijkste deelstaat was voor 1864 gedeeltelijk Deens en kwam kort daarna geheel bij Pruisen. Het land tussen Noord- en Oostzee is weinig stedelijk.

Sleeswijk-Holstein (Duits: Schleswig-Holstein, Deens:Slesvig-Holsten, Noord-Fries: Slaswik-Holstinj, Nederduits: Sleswig-Holsteen) is de noordelijkste van de zestien deelstaten (Bundesländer) van Duitsland. Met een oppervlakte van 15.761,4 km² is Sleeswijk-Holstein na Saarland en de stadstaten Hamburg, Bremen en Berlijn de kleinste deelstaat.

Sleeswijk-Holstein ligt in de kern van het schiereiland Jutland in het noorden van Duitsland. De deelstaat grenst aan Denemarken in het noorden, de Noordzee in het westen, de Oostzee en Mecklenburg-Voor-Pommeren in het oosten en Nedersaksen en Hamburg in het zuiden. De hoofdstad is Kiel.

Sleeswijk en Holstein waren reeds sinds de prehistorie bewoond en kwamen in 1460 toe aan Christiaan I van Denemarken. De gebieden werden in de loop der tijd opgedeeld, maar in 1773 weer verenigd onder de Deense kroon. In tegenstelling tot Sleeswijk (dat aanvankelijk vrijwel geheel Deenstalig was, maar waarvan het zuiden vanaf de 15e eeuw in toenemende mate verduitst was geraakt) werd Holstein in 1815 lid van de Duitse Bond. Het conflict tussen Denemarken en de Duitse Bond over de status van beide hertogdommen (Sleeswijk-Holsteinse kwestie) kwam na de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog tot een ontknoping, toen de Vrede van Praag (23 augustus 1866) bepaalde dat de beide hertogdommen aan Pruisen toekwamen, dat ze verenigde tot de provincie Sleeswijk-Holstein. Op 1 juli 1876 werd de provincie uitgebreid met het hertogdom Lauenburg.

Duitsland moest conform het Verdrag van Versailles in 1920 Noord-Sleeswijk na een referendum aldaar aan Denemarken afstaan.

Op 1 april 1937 werd de provincie op grond van de Groot-Hamburg Wet uitgebreid met het voormalige vorstendom Lübeck en de Vrije en Hanzestad Lübeck in ruil voor de afstand van Altona aan Hamburg.

Na de Tweede Wereldoorlog werd een klein deel van Sleeswijk-Holstein ten oosten van Ratzeburg bij Mecklenburg ingedeeld en de provincie zelf deel van de Britse bezettingszone. In 1946 werd uit het resterende gebied de deelstaat Sleeswijk-Holstein in het leven geroepen, die in 1949 deel van de Bondsrepubliek Duitsland werd.

Er zijn vier officiële talen in Sleeswijk-Holstein (gevolgd door lokale uitspraak van de naam van de deelstaat): Duits: Schleswig-Holstein, Nedersaksisch: Sleswig-Holsteen, Noord-Fries (Friisk): Slaswik-Holstiinj en Deens: Slesvig-Holsten. Nedersaksisch geldt als streektaal, Deens en Noord-Fries als minderheidstalen. Verder wordt ook nog Zuid-Juts (Sønderjysk) gesproken, een variant van het Deens. Ten slotte is er een handjevol mensen in en rond Flensburg dat Petuh spreekt, een mengtaal met elementen van Hoogduits, Nedersaksisch, Deens en Sønderjysk.

[Source: Wikipedia]